Vandaag, op de UNESCO ‘International Day to End Impunity for Crimes against Journalists’ spreken wij ons uit tegen censuur en de vervolging van Iraanse journalisten. Persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting moeten we wereldwijd actief verdedigen.
De gewelddadige dood van de 22-jarige Jina Mahsa Amini heeft het begin van een revolutie ontketend in Iran. Journalisten Niloofar Hamedi and Elahe Mohammadi brachten het nieuws van Amini’s moord door de moraalpolitie naar buiten, met gevaar voor eigen leven. De moed van deze twee dappere journalisten bracht de waarheid over Amini’s brute dood aan het licht. Kort na hun berichtgeving zijn Hamedi en Mohammadi opgepakt door het regime en zitten nu al meer dan een maand vast in de beruchte Evin-gevangenis. Hier worden talloze politieke gevangen opgesloten, gemarteld en vermoord, zo rapporteert Amnesty International. Sinds het begin van de protesten zit hier een recordaantal van 46 journalisten tussen.
De aanklacht tegen Hamedi en Mohammadi is spionage voor de CIA, waar de doodstraf op staat. Een eerlijk proces is uitgesloten. De straffeloosheid waarmee het Iraanse regime politieke tegenstanders in binnen- en buitenland intimideert, opsluit en vermoordt is onacceptabel. Hierdoor is ook de persvrijheid en veiligheid van Iraanse Nederlanders, waaronder journalisten en activisten, in gevaar. Ze krijgen te maken met intimidatie, achtervolgingen en moord.
“Persvrijheid is niet alleen het recht van journalisten maar ook van de maatschappij,” schreven Iraanse journalisten op 30 oktober op de voorpagina van de Iraanse krant Ham Mihan. Dit statement van solidariteit met Hamedi en Mohammadi werd getekend door meer dan 300 (foto)journalisten in Iran, die hiermee eveneens hun levens riskeren. Wij, als Nederlandse journalisten, fotografen en mediamakers, zijn solidair met al onze Iraanse collega journalisten.
Wij roepen onze collega’s op:
