5. Wat is de naam van de stroming, met haar hoogtijdagen in de jaren '50, '60 en '70, binnen de architectuur, die is ontstaan vanuit het modernisme en wordt gekenmerkt door vaak grote blokachtige structuren van ruw onafgewerkt gewapend beton of metselwerk? Door het bombastische en rauwe voorkomen wordt deze vorm van architectuur vooral ingezet voor grote openbare gebouwen, zoals concertgebouwen, bibliotheken, rechtbanken en stadhuizen.