Test uw kennis over toeslagen

JavaScript isn't enabled in your browser, so this file can't be opened. Enable and reload.

Hoe staat het met uw kennis over toeslagen? Doe mee aan de Kerckebosch Toeslagentest. U krijgt 10 vragen over toeslagen waarmee u in de praktijk in aanraking kunt komen. Aan het einde van de test ziet u direct uw eigen score. Een kopie van de vragen + juiste antwoorden én onderbouwing ontvangt u binnen enkele dagen als naslagwerk in uw mail.

De test is samengesteld door mr. André Moerman van SchuldInfo.nl. De test is in 2021 gelanceerd, maar aangepast aan de actuele wet- en regelgeving (2024).

Vraag 1. Henk ontvangt € 2000 per maand (€ 24.000 per jaar). Hij heeft recht op huurtoeslag. Klaas ontvangt € 1000 per maand (€ 12.000 per jaar). Klaas woont van april t/m september bij Henk. Hoe hoog is het toetsingsinkomen voor de huurtoeslag? *

1 point

A. 24.000 + 12.000 = 36.000

B. 24.000 + 6.000 = 30.000

C. Januari t/m maart 24.000. Van april t/m september 30.000. Van oktober t/m december 24.000

D. Januari t/m maart 24.000. Van april t/m september 36.000. Van oktober t/m december 24.000

Vraag 2. Een zoon van 23 jaar gaat aansluitend na zijn studie in juli op zichzelf wonen. Hij ontvangt vanaf juli een bijstandsuitkering. Welke bewering is het meest juist? *

1 point

A. De inkomensstijging na 1 juli telt niet mee, want de zoon woont immers niet meer thuis.

B. Door de inkomensstijging van de zoon ontvangen de ouders teveel huurtoeslag. Ze moeten dit terugbetalen, hier is niets aan te doen.

C. De ouders moeten de teveel ontvangen huurtoeslag terugbetalen. Echter binnen 6 weken na de beschikking kunnen ze de belastingdienst vragen het inkomen van de zoon buiten beschouwing te laten.

D. De ouders moeten de teveel ontvangen huurtoeslag terugbetalen. Echter binnen vijf jaar na het jaar waarop de terugvordering betrekking heeft kunnen ze de belastingdienst vragen het inkomen van de zoon buiten beschouwing te laten.

Vraag 3. Welke bewering is het meest juist? Om voor huurtoeslag in aanmerking te komen moet(en) bij een gezin met een kind de volgende perso(o)n(en) een geldige verblijfsvergunning hebben: *

1 point

A. de aanvrager

B. de aanvrager en de partner

C. de aanvrager, de partner en het kind

D. een verblijfsvergunning is niet van belang voor het recht op huurtoeslag

Vraag 4. Wanneer je een toeslagschuld hebt kun je een persoonlijke betalingsregeling aanvragen. Je moet dan 24 maanden aflossen volgens je betalingscapaciteit. Welke bewering over deze regeling is onjuist? *

1 point

A. Wanneer de toeslagschuld is ontstaan door opzet of grove schuld, kun je ook voor deze regeling in aanmerking komen.

B. Na 24 maanden aflossen volgens de betalingscapaciteit wordt het restant kwijtgescholden.

C. Bij berekening van de betalingscapaciteit is de kostendelersnorm van toepassing. Dus hoe meer personen met wie de kosten gedeeld kunnen worden, hoe hoger de betalingscapaciteit.

D. Wanneer door een schuldeiser beslag op loon is gelegd, is dit niet van invloed op de betalingscapaciteit.

Vraag 5. Wanneer je een nabetaling over een voorgaand jaar ontvangt leidt dit tot een hoger fiscaal inkomen met gevolgen voor de hoogte van de toeslagen, met veelal een toeslagschuld tot gevolg. Welke bewering is onjuist. *

1 point

A. Een nabetaling kan de belastingdienst onder bepaalde voorwaarden op verzoek (het verzoek bijzondere situaties) buiten beschouwing laten.

B. Het verzoek bijzondere situaties vanwege een nabetaling is alleen mogelijk voor huurtoeslag en niet voor de andere toeslagen.

C. Is de nabetaling lager dan € 2300, dan wordt de nabetaling zonder extra voorwaarden buiten beschouwing gelaten.

D. Het verzoek bijzondere situaties moet worden ingediend binnen zes weken nadat de toeslag is vastgesteld

Vraag 6. Welke bewering over huurtoeslag is onjuist? *

1 point

A. Wanneer je partner verzorgingsbehoeftig is kan onder bepaalde voorwaarden voor de huurtoeslag het inkomen buiten beschouwing blijven.

B. Huurtoeslag moet je uiterlijk vóór 1 september volgend op het toeslagjaar aanvragen.

C. Ingrid (21 jaar) gaat samen met haar tweejarige dochter wonen in een huurwoning met een huur ad. € 550. Ze krijgt geen huurtoeslag want deze woning is te duur.

D. Wanneer je huurtoeslag ontvangt en de huur stijgt boven de maximale huurgrens, dan behoud je het recht op huurtoeslag.

Vraag 7. Janny en Janneke gaan 15 november samenwonen. Heeft dit gevolgen voor de hoogte van de huur- en zorgtoeslag? *

1 point

A. Heeft geen gevolgen voor de huur- en zorgtoeslag

B. Heeft alleen gevolgen voor de huurtoeslag

C. Heeft alleen gevolgen voor de zorgtoeslag

D. Heeft zowel gevolgen voor de huur- als de zorgtoeslag

Vraag 8. Fatima is met haar dochtertje van 2 jaar uit nood bij haar broer gaan wonen. Ze werkt en heeft kinderopvang. Haar broer werkt niet en heeft een WW-uitkering. Zijn er gevolgen voor de toeslagen en zo ja welke? *

1 point

A. Geen gevolgen voor de toeslagen

B. Alleen gevolgen voor de huurtoeslag

C. Alleen gevolgen voor de huur- en zorgtoeslag

D. Gevolgen voor alle toeslagen: huur-, zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag

Vraag 9. Een verhuurder en een zorgverzekeraar kunnen, nadat ze een vonnis hebben verkregen, beslag leggen op respectievelijk de huur- en zorgtoeslag. Welke bewering over dit beslag is onjuist? *

1 point

A. Voordat de deurwaarder beslag op de huur- of zorgtoeslag legt moet de beslagvrije voet worden berekend.

B. De verhuurder van de vorige woning mag geen beslag leggen op de huurtoeslag bedoeld voor de woning waar de debiteur nu woont.

C. Wanneer er beslag op loon is gelegd en de verhuurder gaat beslag op de huurtoeslag leggen, dan moet de beslagvrije voet die geldt voor het loonbeslag aangepast worden.

D. De zorgverzekeraar kan voor een achterstand bij de aanvullende verzekering geen beslag op de zorgtoeslag leggen.

Vraag 10. Ineke laat de volgende salarisstrook zien. Ze ontvangt elke maand hetzelfde inkomen. Hoe hoog is het toetsingsinkomen voor het recht op toeslag? *

1 point

A. 14.892,36 = (1059,00 + 92,69 + 89,34) x 12

B. 15.585,24 = (1116,74 + 92,69 + 89,34) x 12

C. 15.705,24 = (1116,74 + 10,00 + 92,69 + 89,34) x 12

D. 15.945,24 = (1146,74 + 92,69 + 89,34) x 12

EINDE TEST. Wij sturen u per mail toelichting op de juiste antwoorden. Ook ontvangt u een kopie van de vragen en antwoorden. Op welk e-mailadres wilt u deze informatie ontvangen?

Graag sturen wij u ook 1x per maand onze agenda met schuldhulpverlening-gerelateerde bijeenkomsten.

Ja, ik ontvang graag 1x per maand de agenda Schulden & Incasso

Submit

Clear form

Never submit passwords through Google Forms.

This content is neither created nor endorsed by Google. Report Abuse - Terms of Service - Privacy Policy

Forms