a. Ik doe datgene wat ik altijd al heb gedaan. Dit kan ik/ik doe wat mij gevraagd wordt
b. Ik blijf graag langere tijd op 1 plek. Dit geeft mij een zeker gevoel ('ik weet wat ik heb')
c. Ik kijk altijd om mij heen en pak kansen aan als ik deze zie
d. Ik zit prima op mijn plek, maar zou overgaan als elders de voorwaarden beter zijn, er beter betaald wordt of iets in dit verlengde
e. Ik doe allerlei verschillende werkzaamheden, aan werk geen tekort. Ik kan 'alles worden/zijn', een functie is niet zwart/wit
f. Ik ben niet afhankelijk van een functie/baan